
#20 De curator

Aan het woord: Maurice Brandts
Maurice Brandts is curator van de expositie Slow Photography bij Pennings Foundation
Wat verstaat hij onder ‘Slow Photography’ en hoe kwam hij tot de keuze van de exposanten?
Slow Food, daar kunnen we ons iets bij voorstellen: vlees van dieren die buiten hebben mogen rondscharrelen. Slow Painting kennen we misschien ook: schilderen volgens oude technieken en materialen, zoals olieverf en tempera. Een Slow Magazine bestaat ook al: een tijdschrift dat eens per jaar uitkomt en dan een impressie geeft van langlopende projecten.
In deze context staat ‘slow’ voor: langzaam, aandacht, kwaliteit, onthaasten, bewustwording. Het begrip Slow Photography is nog niet algemeen bekend, maar ook hier gaat het om genoemde kwalificaties. (IvB)
Maurice Brandts besprak enige tijd geleden met Petra Cardinaal de mogelijkheid om te exposeren bij Pennings Foundation. Maar om nu de grote ruimte te vullen met een solo-expositie van klein werk? Al pratend kwamen ze tot de conclusie dat een groepsexpositie een beter plan was. Een expositie met werk van Maurice Brandts als uitgangspunt, gecombineerd met werk van fotografen die bij de visie van Brandts passen.
Brandts (1962) volgde zijn opleiding aan AKV | St. Joost in Breda. Na zijn opleiding ging hij aan de slag als bedrijfs- en daarna als freelancefotograaf en maakte later de overstap naar het onderwijs. Zijn bachelor Kunsteducatie haalde hij aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam, zijn master Kunsteducatie aan de HKU in Utrecht. Naast zijn bestaan als autonoom fotograaf is hij sinds 2007 ook docent aan de Nederlandse Academie voor Beeldcreatie in Rotterdam (vroeger de Fotovakschool).

Voor het maken van portretten stapte Brandts rond 2011 over op een andere manier van fotograferen. In combinatie met een 8x10 inch technische camera koos hij voor een 19de-eeuwse techniek, de platina/palladiumdruk. Het maakproces van de opname en afdruktechniek vereist een langzame manier van werken. Zowel het maken van het portret alsook het afdrukken kost veel tijd. “Je moet geduld hebben. Het is veel wachten. En dat geldt ook voor het poseren. Voor mijn portretten laat ik het model wel een uur voor de camera zitten. Dan is het wachten op een bepaalde blik in de ogen. Zodra die verstilling er is, maak ik de opname. Tijdens een fotosessie maak ik maar twee opnamen. In al mijn portretten zie je dezelfde blik terugkomen.”

“Door de trage manier van werken kwamen we op de titel voor de expositie: Slow Photography. De andere exposanten heb ik uitgezocht omdat ze passen bij mijn visie: fotografen die ieder op een eigen manier bezig zijn met een trage manier van werken in hun maakproces. Met alle exposanten had ik al persoonlijk contact. Dat ik uitkwam bij portret- en architectuurfotografen is toeval.”
