
Aan het woord: Petra Cardinaal
Petra Cardinaal, die in 2006 Galerie Pennings overnam van Harry Pennings, kwam bij toeval in aanraking met de galerie. “In 2004 bezocht ik voor het eerst de galerie, niet als bezoeker, maar als medewerker van een bedrijfsmakelaar waar Harry klant was. Bij een van de volgende bezoeken vertelde hij dat hij een opvolger zocht voor de galerie, want hij was al bijna 70. Een galerie runnen kost veel tijd, weet ik inmiddels. Als je het professioneel doet, ben je fulltime bezig. Binnen openingstijden van de galerie kun je niet alles doen. Bijkomstig probleem was dat de Melkert-banen (zie blog #3) werden opgeheven. Mensen moesten voortaan in vaste dienst worden aangenomen. Harry wilde geen extra personeelskosten maken. Enige tijd later had Harry een opvolger gevonden voor zijn galerie, maar deze haakte in maart, april 2005 af. En hij zag zich genoodzaakt te stoppen met de galerie. Toen dacht ik: ‘Waarom ga ik het niet doen’? In april 2005 ben ik met Harry gaan praten en we spraken af dat ik een jaar lang mee zou draaiden, iedere zaterdag.”
“Ik kom niet uit de galeriewereld. Ik had een opleiding gevolgd in HR (personeelszaken). Van fotografiegeschiedenis wist ik niets, ‘ne rien’. Maar ik maakte zelf al vroeg foto’s. Ik was wel geïnteresseerd in fotografie. In 2000 al was ik in Londen naar The Photographers Gallery geweest. Daar was ik heel enthousiast over. Fotografie als eigentijds medium sprak me erg aan. En ik had wel iets met kunst. Jaren geleden had ik al eens een jaar een cursus kunstgeschiedenis gevolgd aan de open universiteit. Nadat ik de galerie had overgenomen, ben ik colleges fotografiegeschiedenis gaan volgen aan de Universiteit Leiden.”

“Harry was curator van de expositie Onwerkelijke Schoonheid van Breda Photo 2005 (zie blog #12 en #13). Ik stond toen op de fotoboekenbeurs met de portfolio’s, uitgegeven door de galerie (zie blog #3).” Harry en Françoise gingen ieder jaar naar Paris Photo, samen met Jan Buster (zie blog #1) en zijn vrouw Bep. In 2005 zijn André en ik mee geweest.” (André is de partner van Petra). Tijdens dat verblijf heeft Jan Buster een foto gemaakt van Harry in de metro.
“Het idee was dat Harry en ik lang zouden samenwerken. Ik voor de bezetting en Harry voor de inhoud. En dat we de programmering geleidelijk aan samen zouden invullen. Maar het liep anders, omdat Harry in 2006 overleed. Jan Buster heeft toen veel voor mij betekend. Ik had geen ervaring met het galeriewezen, ik had geen netwerk en ik wist weinig van fotografie. Jan Buster zei toen: ‘We gaan gewoon zorgen dat jij zo snel mogelijk veel leert.’ Door boeken te bestuderen. En samen hebben we veel exposities bezocht. Toen jaren later Jan Buster overleed, heb ik zijn bibliotheek uit de erfenis gekocht.”
“In sept 2006 heb ik ter ere van Harry een expositie gemaakt met foto’s uit de door hem uitgegeven portfolio’s. En ik organiseerde de Harry Penningsprijs, ter stimulering van jong talent op het gebied van fotografie. Een naar de oprichter van Galerie Pennings vernoemde prijs was mijn cadeau aan Harry bij de overdracht van de galerie. Hij was er zeer mee verguld. Het idee was dat Harry deel zou uitmaken van de jury. Maar dat heeft hij helaas niet meer meegemaakt. De eerste expositie met een shortlist van genomineerden was in 2007. De prijs wordt ongeveer eens in de drie 3 jaar uitgereikt.”

“Galerie Pennings was een galerie voor fotografie in het zuiden. In die tijd telde je voor de Randstad nauwelijks mee. Dat was teleurstellend. Harry kon daar cynisch over zijn. Harry fotografeerde zelf ook, poëtische stillevens, maar eigen werk exposeerde hij niet in zijn galerie. Hij richtte zich niet alleen op fotografen maar ook op kunstenaars die fotografie als medium gebruikten en toonde werk van o.a. Boltanski, Hans Biezen, Toos Nijssen en Paul Bogaers. Harry koos voor fotografie met een verhaal. Dat heb ik gecontinueerd. We hebben altijd vastgehouden aan de inhoud. Esthetiek was niet maatgevend, verkoopbaarheid ook niet. Dat beleid werd voortgezet. Harry was een erudiete, intelligente, aimabele man, maar hij kon heel resoluut zijn, heel zwart-wit denken. Hij toonde vaak ook intellectueel, specialistisch, high end, poëtisch, moeilijk toegankelijk werk.”
“Harry heeft geen inkomsten uit de galerie gehaald. Ook ik kon er niet van leven. Steeds heb ik het geld uit de verkoop van kunstwerken weer in de galerie gestopt. Daarmee was de galerie kostendekkend. Françoise heeft de galerie altijd gesteund, André ook. En ik heb altijd de steun gehad van een aantal vrijwilligers, waaronder Irma van Bommel, die al tien jaar meedraait.”

“Toen ik de galerie overnam moest er wel het één en ander veranderen. Hoe kreeg ik meer mensen binnen en vooral, hoe bereikte ik een jonger publiek? Het adressenbestand was oud. Bezoekers waren veelal leeftijdgenoten van Harry, een vergrijsd publiek dus. Vernieuwing was nodig. Ik probeerde een jonger publiek binnen te krijgen door meer toegankelijk werk te tonen zoals van Mamabart, Suzanne Jongmans en Wiesje Peels."
“Ik wilde ook mensen binnen halen door lezingen te organiseren. Dat deed ik aanvankelijk samen met Jan Buster. We begonnen met het organiseren van lezingen door eigen fotografen, tijdens exposities. Later werden ook andere lezingen georganiseerd door Stichting Fotografie Zuid Nederland (Fotosz.nl). Deze stichting werd opgericht met de gedachte dat, mocht de galerie omvallen, er iets van fotografie in Eindhoven zou overblijven. En ook omdat je als stichting subsidie kunt aanvragen voor activiteiten, maar Fotosz.nl heeft welgeteld één keer subsidie ontvangen voor het organiseren van lezingen. Samen met Fotosz.nl organiseerden we tweemaal per jaar portfolioreviews, voor fotografen, maar ook voor studenten en vrijetijdsfotografen.”
“En ik zocht verbinding in de stad door met andere instellingen samen te werken. Dat betekende een uitbreiding van activiteiten. In 2006 hadden we een groepsexpositie, samen met Peninsula. We hadden een project samen met De Krabbedans. We organiseerden twee maal per jaar een Art Walk langs galeries. In 2008 begon de crisis en viel de ene na de andere galerie om, waardoor ook aan de Art Walk een einde kwam. De galerie en de stichting samen hebben een aantal activiteiten en evenementen geïnitieerd. Samen met Jan Dijkshoorn, Theo Visser en anderen organiseerden we een fotofestival in Eindhoven, in 2011 onder de naam Photo 3.0, in 2013 onder de naam Reframe Festival.” (De editie van 2015 ging niet door vanwege een gebrek aan structurele financiering en door het wegvallen van een aantal kartrekkers. IvB) Tijdens Glow hebben we tweemaal een expositie georganiseerd. En in het inmiddels leegstaande pand Geldropseweg 63 hebben we al drie maal op rij een Fotoboekenbeurs georganiseerd.” (Na faillissement van de opvolger van Harry’s meubelzaak Pennings Binnenhuisarchitectuur stond het pand leeg en werd het regelmatig verhuurd. IvB)

Verandering
“Daarnaast ging ik ook naar beurzen, o.a. naar Art The Hague, Fotofever in Brussel en Parijs en Art Rotterdam. Art Rotterdam was het hoogtepunt. Maar is een beurs nu de beste manier om kunst te tonen? Dat vroeg ik mij af. Galerie Pennings was een naam, had bekendheid, maar ik had wel last van de naam ‘galerie’. We deden veel meer dan alleen verkoop. Tijden veranderen. Galeries hebben een eigen stal, dat heeft Galerie Pennings niet zozeer gehad. Je kunt kunstenaars immers geen salaris bieden. Volgens een onderzoek van NGA (de Nederlandse Galerie Associatie) koopt in Nederland 3 % van de bevolking kunst. Mensen kijken wel naar kunst, maar hebben er weinig geld voor over. In mijn dagboek schreef ik jaren geleden al: ‘Kunnen we niet een andere vorm vinden? Hoe kunnen we kunstenaars op weg helpen? Hoe kunnen we aandacht genereren voor kunst?’ In musea is veel aandacht voor gevestigde kunst. Daarbuiten is weinig aandacht voor hedendaagse kunst. Zo ontstond het idee om een plek te creëren waar bezoekers en kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten, met een galeriefunctie.”
Wordt vervolgd.
Comments